Dit Franse cakeje in de vorm van een schelp is écht een stokpaardje van de Franse patisserie. Deze versie met citroen en vanille is lekker klassiek, maar je komt ze tegenwoordig in alle smaken die je maar kunt verzinnen tegen; pistache, sinaasappel, chocolade, noem maar op. Voor het maken van madeleines heb je een speciale bakvorm nodig. Je vindt ze meestal bij de betere kookwinkels, of gewoon online. Madeleines worden kort en heet gebakken. Op die manier blijven ze van binnen lekker zacht en smeuïg.

Ingrediënten (voor 12 madeleines)
75 g volle melk
1 vanillestokje
90 g ei (ongeveer 1,5 ei)
90 g fijne kristalsuiker
30 g honing
165 g bloem
6 g bakpoeder
1 citroen (rasp)
75 g boter (gesmolten)

Verder nodig
madeleinevorm
Gesmolten boter, om in te vetten
Bloem, om te bestuiven

Bereiding
Breng de melk met het merg van het vanillestokje aan de kook en zet dit even opzij. Klop het ei met de suiker en de honing tot een zeer luchtige massa, die bijna wit van kleur is. Zeef de bloem en het bakpoeder en spatel dit samen met de citroenrasp zo luchtig mogelijk door het eierbeslag. Voeg tot slot de melk en de gesmolten boter toe. Laat het beslag nu minimaal 2 uur in de koelkast rusten.

Verwarm de oven voor op 220 °C. Vet de madeleinevorm heel goed in en bestuif deze vervolgens met bloem. Vul de madeleinevormpjes voor ongeveer ¾ met het beslag. Je kunt dit eventueel met een spuitzak doen. Bak de madeleines in 6 tot 7 minuten goudbruin en gaar. Laat de madeleines een paar minuten afkoelen, voor je ze uit de vorm haalt.