Een écht Brabants worstenbroodje gaat er bij mij altijd in, en al helemaal als ze zelf gemaakt zijn! Met het op smaak brengen van de gehaktvulling kun je natuurlijk alle kanten op. Zelf vind ik het bijvoorbeeld lekker om er een klein beetje ketjap en sambal aan toe te voegen. Worstenbroodjes zijn warm uiteraard het lekkerst. Wil je ze na het afkoelen weer even opwarmen? 5 minuten in een voorverwarmde oven van 180 °C is vaak genoeg.

Ingrediënten (voor 12 worstenbroodjes)

Voor het deeg
250 g bloem
5 g witte basterdsuiker
100 g volle melk (handwarm)
15 g verse gist
5 g zout
65 g boter

Voor de gehaktworstjes
300 g half-om-half gehakt
1 ei
30 g paneermeel
30 g water
15 g ketjap
2 tl sambal
zout en peper

Verder nodig
Bloem, om te bestuiven
1 ei, losgeklopt

Bereiding
Meng de bloem met de basterdsuiker. Los de gist op in de melk en voeg dit samen met het zout en de boter toe. Zorg ervoor dat de gist niet in contact komt met het zout. Dit vermindert de werking van de gist. Kneed het geheel in ongeveer 15 minuten tot een soepel en elastisch deeg. Verdeel het deeg in 12 stukjes van ongeveer 30 gram en bol ze op. Laat ze 30 minuten afgedekt rijzen op een warme en vochtige plaats.

Kneed voor de gehaktworstjes alle ingrediënten door elkaar en voeg zout en peper naar smaak toe. Verdeel de vulling in stukjes van 30 gram en rol hier worstjes van ongeveer 10 centimeter lang van.

Bestuif het aanrecht licht met bloem en rol de deegbolletjes plat, zodat zich ovaaltjes van ongeveer 12 centimeter lang vormen. leg de worstjes in de lengte op de deegplakjes en vouw de uitstekende randjes over de uiteinden van de worstjes. knijp het naadje aan de bovenkant goed dicht en leg de worstenbroodjes omgekeerd op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestrijk de worstenbroodjes met losgeklopt ei en laat ze weer een uur afgedekt rijzen.

Verwarm de oven voor op 220 °C. Bestrijk de worstenbroodjes nogmaals met losgeklopt ei. Bak de worstenbroodjes in ongeveer 18 minuten goudbruin en gaar.