Je eigen snoepgoed maken is zo moeilijk niet! Met dit recept maak je super lekkere en boterzachte karamels. Super leuk om in een potje op tafel te zetten. Je kunt de karamels het beste in bloemistenfolie of bakpapier inpakken, zodat ze niet aan elkaar gaan plakken. Je kunt de karamels eventueel bestrooien met een paar vlokjes grof zeezout.

Ingrediënten
160 g slagroom
110 g glucosestroop
185 g fijne kristalsuiker
35 g boter (op kamertemperatuur)
mespuntje zeezout

Verder nodig
zonnebloemolie om in te vetten
vierkant bakblik (ongeveer 15 x 15 cm)
keukenthermometer

Bereiding
Vet het bakblik in royaal in met zonnebloemolie. Breng de slagroom aan de kook en zet deze even opzij. Kook de glucose en de suiker op middelhoog vuur tot een goudbruine karamel en blus het voorzichtig af met de aan de kook gebrachte slagroom. Door de slagroom te verwarmen is het temperatuurverschil tussen de karamel en de slagroom minder groot. Hierdoor zal de karamel tijdens het afblussen minder omhoog komen. Let op! Als je de slagroom te snel toevoegt, kookt de karamel alsnog over. Laat de pan op het vuur staan en roer net zo lang tot alle slagroom is opgenomen.

Voeg de boter en het zout toe en kook de afgebluste karamel, al roerende, tot 117 °C.  Stort de karamel direct in het bakblik en laat deze nu minimaal 4 uur opstijven. Snijd de randen los en haal de karamelplak uit het bakblik. Vet een scherp koksmes in met zonnebloemolie en snijd de karamelplak in kleine reepjes. Verpak ze in bloemistenfolie of bakpapier